Het eerste echte werk, Rusland in.

Om het wachten te verzachten besloten we op zaterdag, nadat Jacob en Marjan vertrokken waren, toch maar een andere camping op te zoeken. Er was nog een andere camping aan de andere kant van Helsinki. Toen we de Jeeps probeerden te starten deed mijn Jeep niets meer. De accu's, de startaccu en de extra accessoire accu waren allebei compleet leeg. Het bleek dat als de radio aan stond dat via het draadje voor het geheugen de startaccu toch leeg getrokken werd. Inmiddels heb ik dat anders aangesloten, maar toen was het toch een probleem. In Finland moet je met licht op rijden en met mijn computer aan voor de routeplanner, werden in het stadsverkeer de accu's nauwelijks bijgeladen, zodat ik elke keer weer startproblemen had. We probeerden onderweg nog de gaspomp te vinden die er zou moeten zijn, maar dat werd niets, de enige gaspomp die we vonden was een aardgas pomp voor de stadsbussen. Daar hadden wij dus niets aan. In de middag kwamen we op de camping aan, het was een mooie ruime camping met een heel recreatie gebied eromheen. We vonden een mooi plekje op een groot rustig kampeerveld.

 

Het leek ons een goede plek om groot onderhoud aan de auto's te doen. Het was een paar dagen lekker weer, dus we vulden de dagen met  uitstapjes maken met de Jeeps, wandelen, in de zon zitten, kortom lekker vakantie houden. Er waren ook allerlei activiteiten rond de camping, op een avond was er een frisbee wedstrijd. (dat is het gooien met een soort omgekeerd  bord) Onvoorstelbaar hoe ze over honderden meters kunnen gooien en dan ook nog het doel raken wat daar staat. Van het onderhoud aan de Jeeps kwam op deze manier nog niet zoveel terecht. Ook hadden we stroom nodig, want we hadden wat lasklusjes aan de Jeeps. We besloten dus maar om halverwege de week nog maar een keer te verkassen naar een andere camping. Die lag iets verder buiten Helsinki, dus konden we weer een leuke route plannen over onverharde wegen.

  

Het was wel weer lekker om na al die dagen rust weer eens een paar uur in de Jeeps te rijden. Op de camping namen we deze keer een plaats met elektriciteit. De zekering was zwaar genoeg voor ons lasapparaat, dus we konden alles doen wat nodig was na de eerste tienduizend kilometer.

 

De jeeps werden weer doorgesmeerd, olie niveaus gecontroleerd, remmen gecontroleerd en schoongemaakt en hier en daar werd een scheurtje dichtgelast, wat in het chassis ontstaan was. Er was een gezellig stadje op loop en fietsafstand van de camping waar je goed kon winkelen. Daar konden we dus mooi alle voorraden weer eens aanvullen.

 

Op zaterdag zijn we weer terug gegaan naar camping Rastila in Helsinki. We konden daarvandaan makkelijk met de metro naar het centrum om de visa op te halen en te internetten. Ook hadden we nog een afspraak met een Finse Jeeprijder die op die camping woonde. De vorige keer dat we daar waren stond er regelmatig een Jeep wrangler TJ met een Belgisch kenteken. Toen de eigenaar kennis kwam maken met ons bleek het een Fin te zijn die een paar jaar in België en Nederland gezeten had en zijn Jeep daarna meegenomen had naar Finland. Zijn naam was Jim Maine, Hij kende nog verschillende Nederlandse en belgische Jeepers, waar hij ritten mee gereden had in de Ardennen. Hij woonde nu in een oude stadsbus op de camping.

 

Hij had me gevraagd of ik een stukje wilde schrijven over onze trip, dat wilde hij dan proberen in een Fins 4x4 blad te plaatsen. Op zondag zijn we nog een keer de stad in gegaan om de email te lezen de financiën weer een beetje op orde te brengen. Alles was toen klaar voor de overgang naar Rusland.

Op maandag morgen stonden we om kwart voor negen voor het hek van de Russische ambassade. Om tien uur hadden we onze visa. Voor een half jaar toestemming om Rusland in en uit te reizen. We gingen met een goed gevoel met de metro terug naar de camping. onderweg naar het metrostation liep ik nog even het internet café in om wat informatie over Russische visa en campings te zoeken. Ik vond nog diverse interessante sites en sloeg ze op om ze later eens op mijn gemak door te lezen. Om elf uur waren weer op de camping en om twaalf uur reden we weg. We wilden nog een camping vlak voor de grens nemen zodat we de volgende dag vroeg de grens over konden. We konden dus eindelijk weer eens een fatsoenlijke etappe rijden. Het was prachtig weer en eigenlijk voor het eerst tijdens deze reis lekker warm. Dit was natuurlijk heerlijk, maar het leverde ook een probleem op. In Finland  was mijn elektrische benzinepomp kapot gegaan en toen had ik de originele mechanische pomp er weer opgezet. Ik had dat vroeger eens veranderd omdat ik met de mechanische pomp veel vapour lock problemen had.(gasbellen in de benzineleiding waardoor de motor geen benzine krijgt)  Op deze warme dag begonnen de problemen al snel weer. Elke keer als ik een poosje stilstond met draaiende motor, of als we bergop reden begon mijn Jeep te stotteren of sloeg hij helemaal af. Op een gegeven moment was ik het zat en heb door de bak tegen Herman gezegd, zoek de eerste camping maar op, dit moet eerst opgelost worden. Dat hebben we gedaan en zo zaten we al vroeg in de middag op een camping ergens tussen Helsinki en de Russische grens. Het was lekker weer dus we konden nog even van de zon genieten en ik kon de nieuwe elektrische benzinepomp monteren die broer Jacob voor me meegebracht had naar Helsinki. Het was wel een ander type als de vorige, maar gelukkig paste het allemaal net zonder grote aanpassingen. De volgende morgen vertrokken we weer richting Rusland. We hadden wel besloten om toch nog maar een nacht in Finland te blijven en waren dus weer vroeg in de middag in de stad waar de laatste camping voor de grens was. We hebben daar nog uitgebreid inkopen gedaan en zijn toen naar de camping gegaan. Ook dit was, zoals bijna alle Finse campings, weer een mooie camping aan een meer, zodat we weer heerlijk van het mooie weer en de mooie zonsondergang konden genieten.

De volgende morgen reden we naar de grens. We hadden gekozen om niet de grensovergang in de hoofdroute van Helsinki naar Sint-Petersburg te nemen, maar een iets kleinere grenspost. We hoopten dat de wachttijden dan mee zouden vallen. Nadat we het in het Finse douanekantoortje onze paspoorten hadden laten zien, konden we door naar de Russische douane. Er stonden maar weinig auto's dus we waren snel aan de beurt. Herman mocht eerst met zijn auto naar binnen en ik een poosje later. Bij het eerste kantoortje werden de paspoorten afgestempeld. Daarna moesten de auto ingevoerd worden. Wat we al dachten was ook zo, je moest eerst een W.A. verzekering voor je auto kopen, want Rusland staat niet bij ons op de groene kaart. De prijs van zo'n verzekering was 100 euro voor drie maanden. Dat viel ons niet echt tegen. Daarna konden we bij de douane de auto's invoeren en een declaratie formulier invullen over het geld en alle waardevolle spullen die we bij ons hadden. Gelukkig sprak één van de dames in het kantoortje nog een paar woorden Duits, want alle formulieren waren in het Russisch en daar maak je echt niet veel van. De auto's konden voor twee weken ingevoerd worden, dat kon volgens de dames later in Sint-Petersburg verlengd worden. Toen dat allemaal geregeld was merkte ik dat Herman een papiertje meer had dan ik. Ik vroeg aan de dame hoe dat zat en ze zei dat ik dat zeker moest gaan halen. Het was de zogenaamde immigratiekaart. Als je die niet bij je hebt bij politiecontroles of als je het land weer uit gaat niet hebt, heb je een groot probleem. Ik ging dus bij het eerste kantoortje nog maar even een het papiertje ophalen. Toen ook dat geregeld was konden we gaan. De douane alleen wilde nog even zien wat er in het pak boven op Herman zijn auto zat. Toen Herman één kant van het zeil open had zag hij dat het een tent was en toen vond hij het verder goed. Mijn tent hoefde hij niet meer te zien. Nog een stempeltje bij de eindcontrole en we reden Rusland in. In totaal had het ongeveer twee uur geduurd van het moment dat we Finland uit reden tot we rusland in reden en we hadden onze bagage niet eens uit hoeven pakken, wat we eigenlijk toch wel verwacht hadden. Toen we een kwartiertje gereden hadden zijn we even gestopt voor een kopje koffie en om onze papieren op te ruimen en toen op weg naar Sint-Petersburg.

 

Onderweg even tanken en wat we gehoopt hadden was waar, de benzine kostte nog geen 50  eurocent. Op het internet hadden we wat gevonden over een hotel bij Sint-Petersburg wat ook ruimte had voor kampeerders, dus daar wilden we heen gaan. We hadden wel een adres, maar door het verwarren van de wegnummers E18 en M18 werd het een flinke partij dwalen door Sint-Petersburg. Het eerste wat je dan opvalt is dat je heel snel het Russische alfabet moet leren, want met normaal geschreven namen op de kaart en Russisch geschreven namen op de straatnaambordjes is dat onmisbaar. Tijdens onze zoektocht door de stad, zag ik opeens een tekst die een beetje op "propan" leek. Ik dacht, misschien een gaspomp? En ja hoor, een heuse LPG pomp in Rusland, dat gaf hoop voor de toekomst. De prijs was 8 roebel per liter, wat overeenkomt met 24 eurocent. Ze hadden zelfs nog een verloopnippel die op onze aansluiting paste en zo konden we met de laatste roebels die we hadden precies allebei onze gastank vullen. Daarna weer verder zoeken. Op een gegeven moment kwamen we op een snelweg terecht die de stad uit liep richting Helsinki. Na ongeveer 25 kilometer konden we er pas weer af. We stonden nu op een plek waar we ongeveer vier uur eerder ook gestaan hadden aan de rand van de stad. We pakten het adres er nog maar eens bij en zagen toen dat we niet de M18 maar de E18 moesten hebben. En daar stonden we op dat moment. We keken eens even om ons heen en het bleek dat we voor de ingang van het hotel stonden.

We meldden ons bij de receptie en er was inderdaad ruimte om te kamperen. We bespraken alvast voor twee nachten. Ze vroegen of ze ook onze visa moesten registreren en daar hadden we wel wat over gelezen, dat het belangrijk was om dat binnen drie dagen te laten doen, dus dat was dan ook direct geregeld. We reden naar de parkeerplaats, die ook de camping was en tot onze verbazing stonden er wel 25 caravans en campers met Nederlandse kentekens. Het bleek dat er twee campingtours, één van de ANWB en één van Kangaroe tours, hun kamp daar opgeslagen hadden. We vonden nog een plekje waar onze Jeeps konden staan en begonnen met een biertje drinken en eten koken. Er was natuurlijk direct belangstelling van de andere Nederlanders, dat was wel heel gezellig. We hebben diverse keren het verhaal van onze reis moeten vertellen. Toen de rust weer een beetje was teruggekeerd kwam er opeens een Amerikaanse Pickup met Nederlands kenteken de parkeerplaats op rijden. Het waren Wim en Maarten, een vader en zoon uit Bleiswijk die ook op eigen houtje een weekje Rusland wilden meemaken. Ze zette hun tentje op naast onze jeeps en we hadden een gezellige avond met z'n vieren.

De volgende dag reden we met Hermans Jeep de stad in om eens rond te kijken wat er te zien was. We bekeken het fort van Peter de Grote, de stichter van Sint-Petersburg en maakten een rondvaart over de rivier de Neva die door de stad heen stroomt en over de grachten. Zo konden we in één keer diverse bezienswaardigheden in ieder geval van de buitenkant bekijken. Later zouden we nog wel zien wat we uitvoerig zouden gaan bezichtigen.

Na onze sight seeing tour gingen we weer terug naar de camping. we kookten een lekker maaltje en toen we dat net opgegeten hadden kwamen Wim en Maarten terug uit de stad. Ze begonnen een barbecue te installeren. al snel werden we uitgenodigd om mee te komen eten. Een paar stukjes vlees kunnen er altijd nog wel bij.   et smaakte heerlijk en al snel werd de afspraak dat we dat de volgende avond nog eens uitgebreider over zouden doen. In de internetpagina's die ik opgeslagen had in Helsinki had ik één en ander gelezen over de registratie van het visum en de tijdelijke invoer van een auto in Rusland. De invoervergunning kan verlengd worden tot drie of zes maanden, maar niet langer dan je visum geregistreerd is. Daar zat dus het probleem, ons visum was alleen maar geregistreerd door de camping voor de duur van het verblijf, wat we inmiddels verlengd hadden tot vier dagen. En we hadden geen adres waar we ons visum voor langere tijd op konden registreren. We besloten maar naar het kantoortje van de organisatie te gaan die voor ons de uitnodigingen voor Rusland verzorgd had. Dat was een reisbureau en die konden ons visum voor drie maanden bij een ander hotel laten registreren. Dat kostte natuurlijk wel weer de nodige roebels (1050 per persoon ongeveer 30 euro) maar dat moest dan maar.  Jammer genoeg was het vrijdag en konden we die registratie pas maandag na vijf uur ophalen. We moesten ons verblijf op de vrij dure camping dus nog twee dagen verlengen. Gelukkig waren onze Nederlandse vrienden er nog tot zondag, zodat we in ieder geval gezellige avonden hadden.

  

Er kwamen zelfs nog een paar Nederlanders bij, een stel in die in een Opel combo ook een reis voor onbepaalde tijd gingen maken. Op zaterdag bleven we het grootste deel van de dag bij de tent. Laat in de middag hebben we het openbaar vervoer uitgeprobeerd. We zijn met de bus naar het dichtst bijzijnde metro station gegaan. Met de Jeep iedere keer een paar uur in de file staan wordt je ook zat. Het bleek dat rond het metrostation een winkelcentrum zat met gezellige winkeltjes en terrasjes, dus we gingen mar niet verder naar het centrum. Toen we net terug waren op de camping begon het te regenen. We hebben van een dekzeil een afdakje gemaakt zodat we toch droog konden zitten. Toen Wim en Maarten terugkwamen uit de stad werd het afdak eigenlijk te krap. Inmiddels hadden we ook kennis gemaakt met de beruchte muggen uit Sint-Petersburg. Overdag was er niets aan de hand, maar in de avond werd je er helemaal gestoord van. De DEET hielp wel een beetje, maar niet echt afdoende. We besloten om maar eens te kijken of je bij het hotel nog ergens binnen kon zitten. Er was inderdaad een bar en zo konden we de muggen en de regen voor een paar uur ontvluchten. Op zondag vertrokken Wim en Maarten weer. De groepen Nederlanders waren inmiddels ook vertrokken, dus het was weer rustig op de kampeerplaats. Wij vulden onze dag met wat klusjes aan de Jeeps, wat lezen en het schrijven van het verslag.

 

We hoefden niet zo nodig meer naar Sint-Petersburg omdat we daar de volgende dag toch weer heen moesten om onze visum registratie op te halen. 'sAvonds wandelden we de camping nog rond en er praatten nog wat met de leden van een groep Belgen die aangekomen was. Op maandag was het gelukkig weer mooi weer en we gingen nu met de metro naar de stad. Dat werkte perfect en scheelde een hoop file rijden. We bekeken nog enkele bezienswaardigheden en we haalden onze visumregistratie op. We hadden gehoopt dat het adres van het douane kantoor dichtbij het reisbureau zou zijn, zodat we nog snel onze invoervergunning konden verlengen, maar dat bleek niet zo te zijn. Dat moest dus de volgende dag maar op doorreis de stad uit gebeuren.

Op dinsdag konden we dus eindelijk weer vertrekken richting Moskou. Bijna een week op één plek is toch eigenlijk te lang. We namen afscheid van Ernie en Eric, (van de Opel Combo) en gingen op weg. Eerst nog even langs een supermarkt, want we dachten wel een paar dagen in het wild zouden kamperen en dan naar het douanekantoor. We waren inmiddels wel wat handiger geworden in het zoeken naar Russische adressen en vonden het vrij snel. We parkeerden onze auto's en liepen naar het douanekantoor. Er stonden buiten allerlei nieuwe en tweedehands auto's zonder kenteken en binnen liepen allerlei autohandelaren en ambtenaren met mappen papieren de kantoortjes in en uit. Waar moet je dan beginnen als je niets van de teksten op de deuren kunt lezen en niets kunt verstaan? Op een gegeven moment klampte ik een dame aan die met een stapel papieren rond liep te stappen. Ik liet mijn tijdelijke invoervergunning zien en de einddatum. Ze begreep kennelijk wat ik bedoelde en wees naar boven. Op haar horloge wees ze twee uur aan. Ik begreep hier uit dat we de trap op moesten en tot twee uur moesten wachten. Boven was er inderdaad een loketje met een soort wachtruimte. Er gebeurde niets achter het loket, dus het zou wel pauze zijn tot twee uur. Na tweeën begon er inderdaad  weer wat actie te komen achter het loket en het lukte me zowaar om de aandacht te trekken een douanier. Hij begon te bellen en gebaarde me te wachten. Even later werden we opgehaald door een dame die ons naar een ander kantoortje bracht. Daar begon ze samen met een collega papieren in te vullen met de gegevens van onze paspoorten en kenteken bewijzen. Door de taalproblemen ging dat met het nodige verwarring gepaard, wat weer het nodige gegiechel van de dames onderling opleverde. Uiteindelijk was alles klaar en probeerden ze ons duidelijk te maken dat we iets moesten gaan doen. We moesten naar de "store", mar omdat wij niets gezien hadden dat op een winkel leek begrepen we er niets van. Eén van de dames stond toen op en begon voor ons uit te lopen. Als een wervelwind ging ze door het gebouw en uiteindelijk kwamen we buiten bij een soort garage. Het bleek dat we daar de auto's moesten laten zien en daarna konden we met de ingevulde formulieren eerst naar de bank, waar we per auto 1400 roebel (42 euro) moesten betalen en dan konden we terugkomen bij de dames. We gingen dus de auto's maar halen en parkeerden ze op het terrein. Daar waren ze van allerlei auto's de chassisnummers aan het controleren, dus wij deden de motorkappen ook maar open en maakten de nummers vast schoon. Ze liepen ons echter steeds voorbij en op een gegeven moment werden we weggestuurd en moesten we achter een hek wachten. De middag liep inmiddels op zijn eind en we hoopten dat we onze papieren nog terug zouden krijgen. Opeens kwam er iemand naar ons toe met de formulieren, ingevuld en wel zonder dat ze ook maar even naar de auto's gekeken hadden. Nu konden we dus naar de bank om te betalen, nadat we dat gedaan hadden drukte ik nog op de alarmbel,  omdat ik dacht dat het de knop was om de deur open te maken. Dat leverde een paar boze gezichten op, maar had verder geen gevolgen. Toen weer naar het kantoortje van de dames en daarna weer naar de wachtruimte waar we begonnen waren. We waren nog even bezorgd, omdat er op een van de formuliertjes die we gekregen hadden een verkeerde datum stond, maar na weer anderhalf uur wachten kregen we onze papieren terug en de vergunningen met de goede datum. We konden dus eindelijk vertrekken. Nog even wat verwarring om het terrein af te komen, het bleek dat je bij de garage nog een uitrij kaartje moest halen, maar toen stonden we toch weer op straat. Inmiddels was het half zeven in de avond. We reden de stad uit en zochten na een paar uur een plekje om te kamperen. Het werd een plekje in een weilandje.

 

Een mooi plekje, maar toen het later werd begon het ongedierte ons te belagen. We dachten dat we in Sint-Petersburg last van de muggen hadden, maar dat was niets vergeleken met dit. En dan de hele kleine vliegjes die ontzettend jeuken als ze op je huid komen (voor de Nieuwkopers, ik weet nu dus ook wat meurzen zijn), daar wordt je helemaal gek van en de DEET hielp ook maar heel kort. Gelukkig bleven de tenten redelijk ongedierte vrij zodat we in ieder geval lekker konden slapen.

De volgende morgen vertrokken we richting Moskou. We hadden in de nieuwe atlas die we gekocht hadden een route uitgestippeld. We zouden eerst eens gaan proberen wat de kleuren van de wegen op de kaart betekenden. We begonnen met rode en gele wegen en dat waren over het algemeen redelijke wegen, asfalt of onverhard, maar goed te rijden. Op de kaart stond ook een oversteek die begon als een witte weg op de kaart en dan een dun zwart streepje werd. Dat moesten we natuurlijk ook proberen. Het begon als een onverharde weg, helemaal kapot gereden door vrachtwagens, maar na een poosje leek het beter te worden. Na een paar kilometer was het naast de weg aan twee kanten moeras. De weg werd ook steeds slechter, de vierwielaandrijving moest er aan te pas komen om de door de modderpoelen te komen. Op de plek waar de weg op de kaart over ging van witte weg naar zwart streepje, was de weg verstevigd met dwarse boomstammen. Het was enorm hobbelen om er over heen te komen, maar je zakte in ieder geval niet meer weg.

 

Later ging dat weer over, dus we dachten dat we het slechtste nu wel gehad hadden. We konden weer een stukje redelijk rijden, maar het werd toch weer slechter en nu waren er geen boomstammen. We liepen eerst een stuk vooruit, dat leek nog wel te doen, dus weer een stuk met de auto's. Het werd nu toch wel heftig en we begonnen te twijfelen of het wel verstandig was om zo door te gaan. herman liep weer een stuk vooruit en kwam op een gegeven moment bij een driesprong, die dus niet op de kaart stond. Midden in een moeras te gaan gokken welk pad we moesten nemen vonden we te gek. Dus we besloten maar terug te gaan. Het pad was inmiddels door ons op de heenweg verder kapot gereden, dus op de terugweg moest de lier er aan te pas komen om vooruit te blijven gaan. Toen we op de verharde weg terug waren wisten we in ieder geval dat, als we Rusland door willen komen, we op de kaart niet kleiner moeten gaan dan de witte en gele wegen. We hadden nu wel onze eerste route gevonden voor onze "Jeep adventure tours". Om ons zakelijke visum te krijgen moesten we een reden opgeven voor ons bezoek aan Rusland. Wij hebben toen als reden opgegeven dat we een bedrijf op willen richten wat terreinritten in Rusland gaat organiseren voor Jeeps en dat we nu de routes gingen opzoeken. De rest van de dag reden we dus betere wegen om toch een beetje op te schieten. Het regende vrij veel, maar gelukkig werd het tegen de avond droog. We vonden een kampeerplek bij een zandafgraving. Iets hoger gelegen en zandgrond en er was nu ook weer gelegenheid een vuurtje te maken, zodat we veel minder last hadden van muggen.

 

De volgende dagen was het wisselvallig weer, we reden op de grotere wegen op de kaart, maar door de regen waren er stukken zo slecht dat de plaatselijke bevolking met de Lada's de grootste moeite hadden om er door te komen. Voor ons natuurlijk wel leuk, maar het nadeel is dat alles ontzettend vuil wordt. Na een paar dagen zagen we er uit als een stel zwervers. De routes waren mooi, maar geen spectaculaire natuur. Wel veel Russische dorpjes, die er niet zo arm uit zien als in Roemenië of Moldavië.

 

Bij de grotere steden kwamen we regelmatig een gas pomp tegen. Jammer genoeg hadden ze meestal geen verloop nippel voor onze aansluiting. Het lukte me niet om bij de stations die wel een nippel hadden, de nippel van ze te kopen. We zullen dus zelf een verloop in elkaar moeten knutselen met de spullen die we bij ons hebben. Ik had wel een schuifmaat, dus alle maten heb ik opgemeten, nu nog de goede ideeën om het ding te maken.   Op vrijdagavond kwamen we bij Moskou aan, het was al niet zo vroeg meer, dus we besloten eerst nog maar buiten de stad te kamperen en dan de volgende dag één van de drie campings op te zoeken die we op internet gevonden hadden. We vonden weer een mooie plek in een bos. Hout genoeg voor een kampvuur en het werd nog droog ook. Het afdak wat we gemaakt hadden was dus niet eens nodig.

Na een lekkere avond en een goede nachtrust gingen we Moskou in. Na een paar uur zoeken waren we in de wijk waar één van de campings moest zijn. We hadden geen echt adres en alleen een naam in het engels. Na een heleboel keren het dorp op en neer gereden te hebben en hier en daar een poging gedaan om het vragen vonden we wel iets wat op een oud vakantiepark leek. Misschien was het wel het park wat we zochten? We zullen het waarschijnlijk nooit weten. Het oude vrouwtje wat er zat wilde ons wel binnen laten, maar ze wist ons wel duidelijk te maken dat er geen douches waren. Dat vonden we toch eigenlijk wel een vereiste na vijf dagen wild kamperen, dus we gingen verder de volgende zoeken. De volgende mogelijkheid was helemaal aan de andere kant van Moskou. Gelukkig bleek de ringweg niet zo druk, dus we waren vrij snel in de buurt waar de camping moest zijn. Hier hadden we wel een adres van en we vonden de camping. De bewakers aan de poort lieten ons er alleen niet op. Ze zeiden iets, dat de organisatie er niet was en dat zei dat niet konden beslissen. Ze waren niet om te praten dus we gingen maar weer verder naar de volgende. We vonden wel het terrein waar de camping geweest was, maar het was nu een bouwput en kamperen was er niet meer mogelijk. Het was inmiddels ongeveer negen uur in de avond en we waren het goed zat. We besloten maar een hotelletje te zoeken voor de nacht. Het probleem is alleen, hoe vind je een hotelletje in het schemer donker in de buitenwijken van Moskou? We dachten dat er op de routes naar Moskou toe wel hotels zouden zijn, we reden dus de stad weer uit. We vonden inderdaad wel bordjes met een bedje erop, maar de bijbehorende hotels hebben we niet gevonden. Uiteindelijk om twaalf uur zijn we maar weer een zijweg ingereden en hebben onze tentjes maar weer uitgeklapt op een open plekje langs het pad.

Toen we de volgende morgen wakker werden bleek dat we langs een doorgaande weg naar een woonwijk stonden. Er was vrij druk verkeer en we werden met veel verbazing door de Russen bekeken. De Russen zijn kennelijk niet zo uitbundig  naar buitenlanders, want verder dan een enkele groet of een duim omhoog kwam het niet. Het zoeken waren we onderhand wel zat en we besloten om naar een goedkoop hotel te gaan wat in de "lonely planet" beschreven stond. Het is een complex van vijf flatgebouwen wat tijdens de olympische spelen van 1980 dienst gedaan heeft om de atleten te huisvesten.

 

 We vonden het hotel al snel en ze hadden een kamer voor ons. Het blijkt nu wel dat buitenlanders die op zichzelf reizen heel bijzonder zijn hier. De hele staf moest er bij komen om ons in te schrijven. Uiteindelijk was alles geregeld. We hadden nu ook direct weer een visum registratie in Moskou, zodat we als het goed is zonder  ons problemen een politie controle kunnen hebben. We kregen een kamer toegewezen op de veertiende verdieping, met een ruim uitzicht over de stad. De Jeeps konden voor een flink bedrag op de bewaakte parkeerplaats staan, dus daar hebben we ook geen zorgen over. We gaan nu drie dagen genieten van Moskou, deze keer  zonder dat we ons zorgen hoeven te maken over formaliteiten die we moeten regelen.